WakeZeist November 2021 – De situatie NU

Vorige week waren we met een aantal mensen van de Wakegroep bij een demonstratie voor de in Nederland geboren Ljowa. De school had deze voor hem georganiseerd. Hij loopt het risico uitgezet te worden naar Armenië, het land van zijn ouders, waar hij zelf nooit geweest is.

En het is nu dat Ljowa, en vergelijkbare families in het nieuws komen. Dit vloeit voort uit de kinderpardonregeling die begin 2018 is afgesloten. De regering heeft toen belooft om gezinnen zonder asielstatus, maar met een kind dat al vijf jaar in Nederland was, een vergunning te geven. Het aangevoerde argument was worteling. Een kind dat al zo lang onderdeel uitmaakt van de Nederlandse samenleving, de taal spreekt en vrienden heeft gemaakt, wordt onherstelbaar beschadigd als hij weggestuurd wordt.

Zo ruimhartig als ik het nu zeg was de regeling niet, er zijn meer voorwaarden. Gezinnen moeten een aanvraag doen. Als die geweigerd worden kunnen ze in beroep. Het gegeven oordeel kan aangevochten worden in de meervoudige kamer zowel door de families als de IND. Het eindoordeel geeft de Hoge Raad. Ondertussen zijn alle termijnen van deze zaken verstreken. Dus we weten nu hoe de regeling uiteindelijk uitwerkt.

Aan Ljowa is de vergunning geweigerd uiteindelijk dus door de Hoge Raad. Ik wil u toch lastig vallen met de juridische details. Dat kan even taai zijn. Wij delen namelijk met Ljowa in dezelfde rechtsstaat. Ik gebruik hierbij de documentatie van Martin Vegter van Defence voor Children. Deze organisatie komt op voor de rechten van kinderen, dus ook voor kinderen die vreemdeling zijn.

Centraal staat een formulier. Bij de geboorte van een kind kun je dit met een formulier doorgeven aan de IND. Dit is echter niet verplicht. De ouders van Ljowa hebben dit ook niet gedaan. Volgens de toenmalige regels had dit ook geen zin. Ze hadden geen lopende asielzaak, en dan heeft zo’n formulier geen enkele invloed. Martin Vegter formuleert het zo “Het formulier heeft geen enkele juridische waarde”.

Dat is overigens niet zomaar een mening van Martin Vegter. Kamerleden hebben hier een vraag over gesteld aan de staatssecretaris:

  • “Heeft dit formulier juridische waarde”. Nee, zegt de staatssecretaris, “Ik geef toe, dit formulier heeft geen enkele juridische waarde”.

En nu zeven jaar later, is er veel gebeurd. Ljowa en zijn familie zijn nog steeds hier. In Armenië is er oorlog geweest, en hier in Nederland is de kinderpardonregeling afgesproken. Kinderen die meer dan vijf jaar in Nederland zijn krijgen recht op verblijf. En voor een groot aantal kinderen is de regeling een succes. Ze hebben een vergunning, en kunnen hun leven veilig voortzetten. Of pas echt beginnen met leven, zoals veel van hen dat voelen.

Maar Ljowa niet. Wat blijkt: het eerder genoemde formulier ontbreekt. Anderen hebben op grond van dit formulier kinderpardon gekregen. De familie van Ljowa niet. Hadden ze het kunnen weten. Op geen enkele manier. Veranderd het formulier de feiten. Op geen enkele manier. Ljowa woont zeven jaar hier, en zijn wortels zijn overduidelijk. Zijn hele school voert actie voor hem. De Hoge Raad helpt hem niet. Er is een verschil, en de IND mag kennelijk iets doen met dat verschil. Martin Vegter is razend. Willekeur noemt hij het, en onbehoorlijk bestuur. Dat is de ergste belediging die een jurist heeft.

Hoe moeten we dit duiden? Er zijn andere zaken waarbij vergelijkbare spitsvondigheden de reden zijn om kinderen een vergunning te onthouden. Ik noem ze:

  • Nune en Davit, Hun verblijfplaats was drie maanden niet bij de IND bekend. Uiteindelijk bleek het in een brief van een verloskundige te staan.
  • Layam en Karin. De kinderen zijn gevlucht uit Syrië. De IND vond echter een Marokkaanse link in de familie en probeert ze naar dit land uit te zetten.
  • Jacob en Tina. Dezelfde gedachtekronkel, nu vond de IND een link met Armenië.

Ik ga even terug naar het ontstaan van de kinderpardonregeling. Wij hebben daar ook actie voor gevoerd. We waren toen heel blij voor de kinderen. Het was echter ook een deal. Tegenover het recht op kinderpardon, stond een prijs met een concreet aantal. Aan 750 UNHCR vluchtelingen werd de veiligheid ontzegt. Het was handel, het ene mensenleven werd uitgeruild tegen het andere. Het was legale mensenhandel.

En wanneer is een deal een succes, in het hoofd van de dealmakers. Zodra je meer binnenhaalt als je weg moet geven. Dat maakt de kinderpardonregeling voor hen ook een risico. Stel je voor dat er meer kinderen recht op blijken te hebben dan deze 750. Dan heb je de deal verloren. Dat doet het slecht in de beeldvorming.

Mijn gevoel is dat dit soort getallen via de partijkanalen door worden gegeven aan de IND. De IND moet de wet uitvoeren, maar aantallen zorgen voor druk. En dan wordt er gezocht naar ruimte binnen de wet.

Nu is het mogelijk om te gaan denken in schurken en helden. Een schurk bij IND heeft gevonden, dat er voor Ljowa geen formulier was. Goed voor de boekhouding, nu kan er weer een vergunning minder worden uitgedeeld. Maar misschien zijn er ook helden. Iemand binnen de IND, die hart heeft voor deze gezinnen, heeft het formulier gevonden. Misschien is het er niet voor bedoeld, maar kan het een aantal gezinnen helpen. Willekeurig, maar goed voor deze families (en dat horen wij natuurlijk niet in de publiciteit).

Misschien ga ik te ver in mijn verbeelding. We weten niet precies wat er gebeurt. Maar één ding weten we wel, er wordt niet beslist vanuit het belang van het kind. Deze rechtsstaat, die wij met Ljowa delen, beslist niet vanuit het belang van het kind. Soms misschien, maar het is geen zekerheid. Het is willekeur.

Een ander nieuwsfeitje, meer dan duizend kinderen zijn van hun ouders gescheiden, gerelateerd aan de toeslagen affaire. Als wij, als maatschappij, niet opkomen voor de kinderen van vreemdelingen, wordt het ook eenvoudiger om aan de rechten van andere kinderen voorbij te gaan. Op een dag zijn het onze eigen kinderen.

Daarom staan we hier, om te laten zien dat dit niet hoort (onbehoorlijk is), en dit niet ongezien mag gebeuren.